Holset en omgeving

De ‘hobbits’ zouden er gewoond kunnen hebben. Een op een heuvelrug gelegen eeuwenoud kerkje, dat in een aantal fasen gebouwd is. Wij zouden als elfjes over dit idyllische landschap moeten kunnen vliegen met de andere kerkdorpjes, de schattige huisjes tussen de beboste heuvels en het echte bos. De vakwerkboerderijen zijn omgeven met holle wegen, graften en boomgaarden. Kortom: een landschap om van te smullen.

Vanuit de oude en historierijke kerk van Holset lopen wij als het ware ‘terug tot in het verleden en weer terug naar het heden‘. De markante punten zijn: een volmolen, het kasteel uit de 18e eeuw, de Engelse tuin, het Mausoleum en een (hoogstam) boomgaard. Wij passeren de oudste vakwerkhuizen van Nederland (16e en 17e eeuw), hunebedden en een kindergraf uit de bronstijd.
Langs de rand van het ‘Malens Bosch en Holsetterbosch’ (onderdeel van het Vijlenerbosch) worden wij getrakteerd op mooie vergezichten richting Vaals en de Duitse „Sneeuwberg”.
Onze paden zijn al door neanderthalers, rendierjagers, bandkeramiekers, eburonen en Romeinen belopen. In het bos vind je dolines, sterrenstenen en een bio-diverse flora en fauna. In de gemengde loofbossen staan eiken, essen, beuken, dennen en verschillende soorten bramen. Maar ook groeien er wilde appelbomen en mispel.
Er komen met uitsterven bedreigde amfibieën voor (geelbuikvuurpad en vroedmeesterpad), maar ook de wilde kat en de hazelmuis voelen zich hier thuis. In de lucht zoeken wij naar: de buizerd, de valk, de grauwe klauwier, de zwarte roodstaart en andere zeldzame vogels.
In alle jaargetijden is een bezoek of wandeling de moeite waard.

STARTPUNT:

Bijvoorbeeld:
Lambertuskerk, Holset 64, 6295 ND Lemiers.
Er zijn voldoende parkeerplaatsen. Natuurlijk kan ook gestart worden vanuit een van de terrassen met een uniek uitzicht op het Zuid-Limburgse landschap.

Beegderheide

Ben je op zoek naar de grote stille Heide dan moet je naar het Midden-Limburgse Beegden. Hier vind je een rustgevend glooiend heidelandschap met vennen en bospartijen zoals die er in onze verbeelding uitzien.

 

De Beegderheide is een ongeveer 200 ha groot natuurgebied aan de rand van het Maasdal, tussen Heel, Beegden en Horn.  Het karakter wordt bepaald door stuifduinen, heidevelden en vennen. Daarnaast liggen er loof- en naaldbossen. In het verleden zijn delen ontgonnen voor de landbouw, is er grind afgegraven en was er een militair oefenterrein. Vanaf de jaren ’90 van de 20e eeuw is men begonnen met natuuronderhoud en -herstel. Een deel van het gebied wordt nu begraasd door het Kempens schaap.
In het heidelandschap kom je naast elkaar grote- en kleine vennen tegen. Het meest bekende ven is Lange Vlieter. Deze waterplas is ontstaan door grindwinning. Een ander bekend ven is het Frankenven. Rond en in de vennen komen een aantal zeldzame planten en dieren voor. Opvallende planten zijn waterlelie, zonnedauw, wolfsklauw en klokjesgentiaan. Voorbeelden van zeldzame en bedreigde diersoorten zijn pegheavlinder, veldkrekel, heikikker en diverse salamander- en libellensoorten. De grotere plassen zijn in gebruik als waterbekkens voor de watervoorziening en zijn druk bezet door watervogels als ganzen en eenden. Ook is het een bekend paddenstoelengebied. In de bossen broeden vogels als sperwers, haviken en spechten.

De Beegderheide grenst aan het kleine natuurgebied de Tuspeel. Hier komt nog levend hoogveen voor.
Naast wandelgebied is De Beegderheide een aantrekkelijk gebied voor natuurfotografen.

Startpunten:

1. Sportpark VV Hebes, Baexemerweg 1A Beegden
2. Resort Boschmolenplas, Schutteheide 1 in Heel

De Krang

Broekbossen, vennen, loofbossen, naaldbossen, stuifduinen, graslanden en akkers, je komt ze allemaal tegenkomen in dit 324 ha natuurgebied tussen Swartbroek, Tungelroy en Weert.

Natuurgebied De Krang ligt tussen de Leukerbeek in het noorden en de Tungelroyse Beek in het zuiden.

Tijdens de laatste ijstijd is hier, door de afzetting van dekzand, een golvend landschap met langgerekte dekzandruggen, paraboolduinen en uitgewaaide kommen gevormd. Midden door het natuurgebied loopt een dekzandrug waarop Swartbroek en de buurtschap Castert zijn gebouwd. Deze dekzandrug zorgt voor een gevarieerd landschap. Er is een grote afwisseling van loof- en naaldbos, hakhout graslanden, bolle akkers.

Centraal in de Krang ligt een peelven genaamd de Roukespeel. Dit ven is een schotelvormige laagte die ontstaan is in de ijstijd door wegstuivend zand en vormt een onderdeel van een keten van peelvennen: o.a. De banen, Sarsven, Roevenerpeel, Kootspeel en Moeselpeel.

Aan het einde van de 19e eeuw werd begonnen met de ontginning van de moerasgebieden in de lage gedeelten. Door het graven van de Kranglossing en de Noodbeek (1917) en het rechttrekken van de Leukerbeek (1931-35) werd het gebied ontwaterd. Ook zorgden de beken voor de aanvoer van meststoffen vanuit agrarische gebieden.

Door ontwateringssloten af te dammen zorgt Natuurmonumenten er nu voor dat de Krang weer natter wordt. Aangelegde poelen zorgen voor bijzondere amfibieën zoals de alpenwatersalamander en de kamsalamander. In een opgeknapt ven bij de Leukerbeek groeien nu riet, lisdodde, gele lis en egelskop. In het noorden is een aantal vennen aangelegd waarvan onder andere de kwartelkoning profiteert. Om een gevarieerde begroeiing te krijgen wordt er geplagd en begraasd.Het schone gebiedseigen kwelwater is door o.a. deze maatregelen gescheiden van het voedselrijke water van de landbouwgronden en dat van de Leukerbeek. Vroegere productiebossen staan op rabatten. Dit zijn zandruggen met daartussen greppels. De methode werd in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen waarop dan de bomen geplant werden.In het voorjaar kun je er genieten van de zang van de wielewaal. Voorbeelden van watervogels zijn dodaars en wintertaling. Boven de Tungelroys beek zie je regelmatig ijsvogels scheren. Ook komen er bevers voor. Er groeien diverse bijzondere planten zoals de rietorchis en Holpijp.

Ommetje De Krang

Startpunt:

Parkeerplaats kerk Swartbroek Ittervoorterweg 68A, 6005 NR Weert

Raayerbos, Boekenderbos en de Meeren,

In Baarlo staat niet 1 kasteel, maar 4 kastelen. Ridders en kasteelheren wonen er al lang niet meer, maar de gebouwen staan er nog. Een van die kastelen is Chateau dr Raay, een hotel. De achtertuin van dit hotel is een bosgebied waar je ongestoord kunt genieten van de rust.

Het Boekenderbos is een natuurgebied van 230 ha ten zuidwesten van Baarlo. Het gebied bestaat grotendeels uit hoger gelegen naaldbossen die in de negentiende eeuw werden aangelegd om het stuifzand vast te houden. Rond het naaldbos vind je kleinere bossen en landbouwgrond. Een onderdeel van het Boekenderbos is het Raayerbos dat begroeid is met gemengd bos, afgewisseld door akkers en aspergevelden. Hier en daar is er struikheide te vinden. In de herfst is het een uitstekende plek om verschillende soorten paddenstoelen te ontdekken. De Meeren is een landbouwgebied met naaldbos, houtwallen en boomgroepen en een belangrijk foerageergebied voor wild. De wandeling volgt een stukje de loop van de Kwistbeek op haar weg richting de monding in de Maas.
De Meeren is een gebied met een grote cultuurhistorische waarde, denk maar eens aan de grafheuvels uit de bronstijd die hier te vinden zijn.
Ga mee op pad door de bossen en de kleinschalige akkerlanden en maak een heerlijke wandeling door een afwisselend gebied waar cultuur en natuur elkaar ontmoeten!

Startpunt:

Koeberg 1, 5991 NH Baarlo

Kaldenbroek

Een verlande Maasarm, een kasteelboerderij, een paar beken en een watermolen bepalen voor een groot deel het landschap van Kaldenbroek, een natuurgebied tussen de maasdorpen Lottum en Grubbenvorst.

 

Maasarmen zijn overblijfselen uit de tijd dat de Maas nog geen vaste bedding had en vlechtend door laaggelegen gebieden vloeide. Het 114 ha grote Kaldenbroek is zo’n gebied met een verlande Maasarm. Deze oude watergang is nog steeds verantwoordelijk voor een plaatselijk natte bodem.

Opvallend zijn de Houthuizer Molen en de fundamenten van een kasteel met de overblijfselen van een dubbele gracht. Behouden zijn de monumentale kasteelboerderij Kaldenbroek en een zogenaamde schans waar de dorpelingen zich in tijden van strijd veilig konden verschansen.

Op de natte stukken komen vochtige graslanden voor. Daar groeien planten als grote ratelaar, beekpunge, klein glidkruid, moerasrolklaver, egelboterbloem, echte koekoeksbloem, gevlekte orchis en waternavel.
Op natte, voedselrijke plaatsen staan elzenbroekbossen. Hier komen planten als dotterbloemen, gele lis, moeraswalstro, holpijp, elzenzegge en slangenwortel voor. Op de natte, armere plaatsen groeien berkenbroekbossen met een onder begroeiing van veenmos en zeggen.
Op de hoge-, droge gronden aan de westzijde groeien naaldbossen en de meer natuurlijke eiken-berkenbossen. In de ondergroei staan bochtige smele, struikheide en bosbes. De Houthuizerheide en het Sint Jan Sleutelbergbos zijn beide voorbeelden van gevarieerde kleine bosgebieden.

 

In het kleinschalige landschap Kaldenbroek stromen de Molenbeek en de Siebersbeek die voor een deel worden gevoed met ijzerhoudend kwelwater. Hierin groeien planten als waterviolier, duizendknoopfonteinkruid en klimopwaterranonkel. In de beekdalen komen adderwortel, beemdkroon en knoopkruid voor. Langs de beken groeien struwelen van wilgen, bramen en meidoorns. Het vormt een uitstekend leefgebied voor vogels. Het zachte gefluit van de goudvink en de krassende zang van de grasmus kan er regelmatig gehoord worden.

Startpunt:

Kerk, Dorpstraat 14, 5971 BZ te Grubbenvorst

 

 

Feeërieke Voerstreek

De wandeling leidt ons door de Voerstreek op de grens van België en Nederland. We wandelen door een prachtig landschap, ontstaan doordat een aantal riviertjes dalen erodeerde, waardoor de wandelaar prachtige vergezichten krijgt. Daarnaast is dit gebied ook van cultuurhistorisch belang vanwege de oude vakwerkhuizen, het klooster van de Duitse Orde en de spoorwegtunnel in Veurs, een aandenken uit de eerste Wereldoorlog.

 

De Voerstreek is genoemd naar het riviertje de Voer waarvan het bronnengebied aan de beneden zijde van het droogdal van Veurs ligt. Wij bezoeken de bron in Pietersvoeren. In deze feeërieke omgeving komen iedere morgen de elfjes in het kristalheldere water van de vijver een bad nemen. Zij spelen met de forellen, die in de grote vijvers gekweekt worden.

Het gehucht Veurs is vooral bekend om zijn prachtige vakwerkhuizen en zijn voerensdröpke met sjlieëkreke. Nog niet zo lang geleden was het een verzameling van zeer vervallen, krotachtige boerderijtjes, waarvan men de schoonheid niet zag.

 

De wandeling geeft uitzicht op een aantal typische Limburgs-Voerse landschapselementen, zoals: holle wegen, graften, asymmetrische dalen, boshellingen en laag- en hoogstamboomgaarden met daarin de maretak. Iets verder ligt de Commanderij van de Duitse orde. Het naburige Sint Pieters stoelkerkje (uit 1660) is opgetrokken uit breuksteen en silex en bekend om zijn oude graven met arduinen grafkruisen.

Er volgt een korte pittige beklimming, maar het levert mooie uitzichten op aan de linkerkant over het dal. Een afdaling tenslotte leidt ons weer naar het beginpunt van deze schilderachtige en sprookjesachtige wandeling.

STARTPUNTEN

 1. Gasterij de Commanderie, Sint-Pieterstraat 15, 3792 Sint Pietersvoeren

 2. Viskwekerij, Commanderie 7, 3792 Sint-Pieters-Voeren,

3.  Hostelerie de Cantarel, Berg 17, Sint Pietersvoeren 3790

4. De Veurzerbron (winkeltje van Jetteke) 3790, Veurs 29, 3790 Voeren, België.

Koelbroek

Mooder Maas is haar vrijheid verloren toen de mens haar in een vaste bedding dwong. Op diverse plaatsen in de omgeving van de Maas zien we sporen, van de van oorsprong vlechtende rivier, terug in het landschap. Een voorbeeld hiervan is het Koelbroek een restant van een oude Maasarm in buurtschap Boekend, bij Blerick.

Het gebied is ongeveer 65 hectare groot en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Er komen bijzondere planten en dieren voor, waaronder bedreigde vogelsoorten en insecten.
De oude Maasmeander is zo’n vijftienduizend jaar geleden, gedurende de laatste ijstijd ontstaan. In de 19e eeuw werd in het gebied turf (broekveen) gestoken en brandhout gekapt. Ook werd er in die tijd aal, snoek en brasem gevangen en verkocht op de Venlose weekmarkt. Nog steeds komen er diverse grondsoorten voor hetgeen, in combinatie met de vochtigheid, een positieve invloed heeft op de flora en fauna.
Door de rijkdom aan water en rust is het natuurgebied van groot belang als broedgebied van moeraswatervogels zoals wintertaling, kleine karekiet en waterral. De vochtige bossen zijn het leefgebied van matkop, nachtegaal en boomklever. Ook heeft zich in dit gebied een bever gevestigd. Het Koelbroek is eveneens een kerngebied voor amfibieën en reptielen met de levendbarende hagedis als meest bedreigde soort. Opvallend zijn de mooie doorkijkjes over en door het moerasachtig gebied, de vennetjes, de beken en het loof- en naaldbos. In de herfst verkleuren de vele Amerikaanse eikenbomen prachtig oranje en rood.
De Everlose beek is in de jaren dertig van de vorige eeuw dwars door het Koelbroek gegraven, om het gebied te ontwateren. De natuurontwikkeling in het Koelbroek werd door deze beek aangetast. Waterschap Peel en Maasvallei is daarom in december 2015 gestart met het omleiden van de beek via het tracé van de Onvoltooide Noordervaart, intussen zijn de werkzaamheden voltooid. Door het omleggen van de Everlose beek is de aanvoer van voedselrijk water gestopt en is het gebied  weer volledig afhankelijk van kwelwater (grondwater) en regenwater.

Startpunt:

Heymansstraat 125
5927 NP Boekend

 

 

Jaomerdal (Underste – en Bäöveste Meule)

Jaren voor Christus was er het gejammer van gewonde soldaten te horen. In de 15e eeuw stonden er 2 watermolens. Wat ooit de bovenste molen was is nu een hotel. De onderste molen staat nu werkloos in een villawijk.

Tussen Venlo en Tegelen ligt de overgang van hoog- naar laagterras.
In het beekdal (Molenbeekdal), langs de steilrand en de lijn Venlo – Tegelen stroomde vroeger een beek waarin 2 watermolens lagen. Door kleiwinning, in de omgeving van Tegelen, verloor deze beek zijn water en raakte de molens buiten gebruik. Door handmatige kleiwinning is er een afwisselend reliëf ontstaan. Kwelstromen vanaf het hoog terras fungeren plaatselijk als bronnen voor beken. Zo ontspringt de Wilderbeek op de overgang van hoog- naar midden terras.

Het gebied vormt een belangrijke schakel in de ecologische verbinding tussen de Maascorridor en het bosgebied Holtmühle. De verlaten zand-, klei- en grindgroeven zijn deels begroeid met bos. Je komt er bostypes als eikenbos-berkenbos en elzenbroekbos tegen. Ook kom je er poelen met een rijk amfibieënleven tegen. Op de zandgronden komen zeldzame plantensoorten als duizendguldenkruid, rankende helmbloem en ruige anjer voor. Het gebied is rijk aan vogels en paddenstoelen. In de steile wanden broedt de oeverzwaluw. De combinatie van nat en droog staat garant voor veel mossen, insecten en vleermuizen.
Aan de rand van het gebied liggen nog een aantal grafheuvels, een origineel stuk Romeinse weg en een landweer.

Startpunt:

Parkeerplaats van Bilderberg Hotel de Bovenste Molen Bovenste Molenweg 12, 5912 TV Venlo

 

 

Natuur, vestingwerken en oude fabrieken

In het voorjaar van 1845 vaart een schip langzaam weg uit het Bassin, de nieuwe binnenhaven van Maastricht. Het vrachtschip wordt voortgetrokken door een paard, een klein zeil helpt daarbij een beetje. Volgeladen met aardewerk uit de fabrieken van Petrus Regout gaat het schip op weg naar Holland. Daar zijn ze tuk op de goede en goedkope producten uit die hypermoderne Maastrichtse fabrieken met stoommachines. Eerst moet het schip voorzichtig door de omvangrijke vestingwerken manoeuvreren. Dit gaat moeilijk want er zijn enkele scherpe bochten te maken.  Die vestingwerken liggen als een nauwe ring om Maastricht heen om te voorkomen dat Franse legers ooit nog eens  Holland kunnen binnenvallen. Na het passeren van sluis 19 kan eindelijk de lange reis door de Zuid-Willemsvaart naar Den Bosch beginnen.

 

Ten noorden van de oude binnenstad van Maastricht ligt een bijzonder landschap. Restanten van de vesting Maastricht, oude industrie, een kanaal en moderne stadsontwikkeling maken het mogelijk om een reis door de tijd te maken van de late middeleeuwen tot in onze tijd. Mooi is te zien hoe de natuur stand weet te houden in dit door de mens gedomineerde gebied. Hier is het meest noordelijke leefgebied van de muurhagedis te vinden. Maar ook allerlei vogels en bijzondere planten kunnen we hier tegenkomen.

De wandeling voert door het oudste industriegebied van Nederland met een prachtige binnenhaven en kanaal. De Hoge Fronten worden bezocht. Hier is te zien hoe de stad vroeger werd verdedigd tegen vijandelijke legers. Het gebied is uitgegroeid tot een interessant natuurgebied. Het laatste deel van de wandeling voert door een wijk met de oudste sociale woningbouw van Maastricht, machtige kloostertuinen en een prachtig modern hofje.

Een deel van de wandeling gaat over onverharde paden en het kan modderig zijn. Er zitten enkele kleine, steile klimmetjes in de wandeling.

Filmhuis Lumière, Bassin 88, 6211 AK Maastricht. De excursie is ongeveer 4 kilometer en duurt 2 uur. Bij Lumière is de mogelijkheid om voor- of achteraf wat te gebruiken, maar in de directe omgeving is meer horeca te vinden.

Groote Heide

Vliegveld is bij velen het eerste woord dat bij hun opkomt bij natuurgebied De Groote Heide in Venlo. Dit komt door het Duits militair vliegveld dat er in de 2e wereldoorlog lag en het huidige zweefvliegveld. Toch gaat de  geschiedenis van dit gebied veel verder terug.

Miljoenen jaren geleden hebben de rivieren hier grind en klei afgezet. Door bewegingen van de aardkorst en het uitslijten van bodemlagen door de rivier is er een landschap met grote hoogteverschillen ontstaan.
Het huidige landschap is volledig gevormd door activiteiten van de mens. Het begon lang geleden met het kappen van de natuurlijke bossen. Daarna werden er heidevelden afgeplagd en begraasd. Na die periode werden gronden bebost of in gebruik genomen voor agrarische doeleinden. Tijdens de 2e wereldoorlog lag er een militair vliegveld en tot 1995 was het een militair oefenterrein. Voor de aanleg van het vliegveld is er kalkrijke grond aangevoerd. Op de plaats van de vroegere landingsbanen is voedselarm zand achter gebleven. Als deze ingrepen hebben sporen achter gelaten waardoor het nu een 260 ha groot gebied is met heel veel afwisseling. Je komt er naast elkaar heidevelden, grasland, loofbos, naaldbos en akkers tegen. De soortenrijkdom is gigantisch. Dat geldt  voor planten, mossen, insecten, paddenstoelen, reptielen en vogels. Opvallend is de zeldzame rode dopheide.
Het gebied grenst aan een uitgestrekt en afwisselend natuurgebied [Krickenbecker Seen] in Duitsland.

Startplaatsen

1. Parkeerplaats Louisenburgweg 32, Venlo
2. Infocentrum Groote Heide, Hinsbeckerweg 55, Venlo