Het Heuvelland

Volg Eli Heimans, de hazelmuis, das, streepwants of koninginnenpage! Dan heb je steeds weer een andere natuurbeleving in het unieke Heuvelland met vele vergezichten, meanderende beken, holle wegen, hellingbossen en knusse dorpen met vakwerkhuizen.

Uniek voor Nederland, hier komt het carboon aan de oppervlakte, waarneembaar in de Heimansgroeve.

“Als ik hier burgemeester was liet ik een bord zetten met: Natuurmonument!! Eenig in Nederland! In de aandacht en hoede van inwoners en toeristen aanbevolen!” zo schreef Eli Heimans in 1911 over het Zuidelijk Geuldal onder Epen in het wandelboekje “Ons Krijtland”.

Hij had veel uitroeptekens nodig om zijn enthousiasme voor dit gebied te benadrukken.

Nu ruim 100 jaar later kan je hier nog van dat mooie landschap genieten, met de Geul, de Gulp en de vele zijbeken, die dit landschap hebben gevormd.

Het Heuvelland bestaat uit een landschap met ‘heuvels’ en dalen, meanderende beken, kalksteengroeves en grindgroeves, pittoreske dorpjes met vakwerkhuizen en boeiende hellingbossen.

De bijbehorende flora is hierdoor uniek voor Nederland. De Zuidelijke ligging met vele kleine landschapselementen, maakt de fauna ook heel divers van aard. We komen de hazelmuis, korenwolf en das tegen, maar ook de streepwants en koninginnenpage.

Startpunten:

Het Heuvelland is zo’n groot gebied waarbij starten uit ieder dorp vanaf de kerk mogelijk is na overleg met de gids. Bijvoorbeeld achter de kerk bij Bemelen met de Bemelerberg en Roemers eetcafé na afloop of bij Holset gemeente Vijlen Vaals bij Lambertuskerk Holset 66 met na afloop een drankje in Herberg oud Holset.

Een paar startpunten in en om Epen met horeca (zie IVN-wandelboekje ‘9 wandelingen in de voetsporen van Eli Heimans’) zijn aan te bevelen, zoals parkeerterrein ’t Patronaat, Wilhelminastraat 39 te Epen, Camping Rozenhof Camerig 12 te Vijlen-Vaals, parkeerterrein bij hotel Ons Krijtland, Julianastraat 22 te Epen, parkeerterrein bij Herberg De Smidse Molenweg 9 te Epen.

Brunssummerheide

Het is net een schilderij, de Brunssummerheide: groen van de naaldbomen, paars van de heide, bruin van de bruinkool, grijs van de klei, wit van het zilverzand en tot slot, dwars door de heide, de Rode Beek. Deze beek dankt zijn naam aan een bloedig treffen tussen de Romeinen en een stam uit Hessen.

Een groot, stil cultuurlandschap, waarin dit palet van kleuren te zien is, gelegen in een groter gebied met veel zichtbare overblijfselen uit het mijnverleden.

De Brunssummerheide, zoals wij deze nu kennen, is een cultuurlandschap. De heidevelden die wij aantreffen, zijn restanten van eens uitgestrekte heidevelden. De bodem onder de heide bleek, in vroeger tijd, een bron van grondstoffen te bevatten. Ondermeer bruinkool, zilverzand en klei. Dit is de reden dat her en der het landschap werd omgeploegd. Het dekzand werd gestort op een hoogveengebied, waar nu de zandvlakte is. Een oude bruinkoolgroeve is nu visvijver (de koffiepoel) en recreatiegebied. Een zilverzandgroeve werd vuilstortplaats, vervolgens afgedekt en later weer later bebouwd en er kwam het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten.

In het gebied van de Brunssummerheide treffen we veel planten en vogels aan. We zien bijzondere planten zoals het heidekartelblad en de zonnedauw. Verder komen er de nachtzwaluw, de hoogveenglanslibel, heivlinder voor.

Deze bijzondere flora en fauna maakt ‘het schilderij’ van de Brunssummerheide compleet.

Startpunten

1. Parkeerterrein bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten, schaapskooiweg 101, Heerlen. Hier is horeca aanwezig.
2. Manege Ouverbergstraat 2-4 6445 PC Brunssum
3. Parkeerplaats aan de Puddelerweg, nabij IVN De Oude Landgraaf.

 

Sint Pietersberg / Jekerdal

Zweef als zuidelijk insect over de Kalkgroeve en ervaar de warmte in de groeve. Duik in de geologie van 70 miljoen jaar geleden met haar fossielen en ervaar welke planten en dieren zich hier hebben ontwikkeld. Maar vergeet niet de rest van de achtertuin van Maastricht te ontdekken, namelijk het Jekerdal met haar bijzondere wijnbouw en mooie boerenhoeves of de Cannerberg met haar Bandkeramiek-verleden. Dit alles op loopafstand.

Jac. P. Thijsse, geboren in Maastricht en grondlegger van de veldbiologie, zag de Sint Pietersberg als hét florabastion met kalkgraslanden, uniek voor Nederland. Hij wilde rond 1923 al ageren tegen de kalkwinning. Ondanks dat er veel bijzondere natuur verloren is gegaan heeft de kalkwinning ook positieve zaken opgeleverd. Zuidelijke sprinkhanen (blauwvleugel sprinkhaan) en vlinders (dambordje) tot bijzondere paddenstoelvliegen, vinden een plekje in deze warme groeve. En natuurlijk de bekende oehoe, de grootste uil, die al meer dan 10 jaar jongen in de Enci-groeve grootbrengt. Als er geen kalkwinning was geweest dan hadden de geologen nooit de verschillende soorten Mosasaurussen gevonden, zoals “Ber”, “Carlo” en “Lars” en jl. de aparte haaientanden.

Vanaf de Sint Pietersberg heb je mooi uitzicht op het Maasdal. Aan de westkant een prachtig zicht op het Jekerdal en de Cannerberg met haar terrassenkasteel Château Neercanne tegen de beboste helling met voorjaarsflora. En, bovenop de Cannerberg de sporen van de Bandkeramiekers. De moeite waard om van dit bijzonder mooie Jekerdal en haar bekende ‘bergen’ te genieten. Ook hier gaat de cultuurhistorie, geologie en natuur hand in hand!

Startpunten:

Voor de hand liggende startplaatsen voor de Sint Pietersberg zijn: 

1. horeca op het transferium van de Pietersberg

Slavante aan de oostkant van de berg

3 Chalet Observant vanaf de noordkant

4 Natuurtuinen Jekerdal. vanuit de basis van IVN Maastricht aan de westkant.  Vanaf de Natuurtuinen kan er ook gestart worden voor de Jekerdal-wandelingen

5 markt in Kanne helemaal aan de andere kant in België.

6 Château Neercanne / Jezuïetenberg. het parkeerterrein in het bos bij 

Landgoederen Geuldal

Hoor het verhaal van de Romeinen langs de Via Belgica, de Bokkenrijders in de donkere duisternis, de landgoedeigenaren met hun kastelen of de blokbrekers in de kalksteengroeves. In het gebied tussen Schin op Geul en de Geuldelta (en Kanjel) ten Noorden van Maastricht hebben veel personen hun sporen achtergelaten, omdat het Geuldal daar breder is. Wij gaan deze mooie en aangename omgeving verkennen.

De Geul stroomt van Oost naar West en is daarmee de langste beek in Zuid-Limburg. Na haar oorsprong in België stroomt zij van Cottessen naar Voulwammes bij Bunde, waar ze met diverse zijtakken in de Maas uitmondt. Op diverse plaatsen mag de Geul meer meanderen en worden de oevers en overstromingsgebieden weer natuurlijker beheerd. Gallowayrunderen en Koninkpaarden helpen daarbij, maar ook de bever is er actief.

De bijzondere flora en fauna heeft zich mede hierdoor ontwikkeld met overgangen naar hellingbossen en kalkgraslanden. Bijzondere kalksteen- en grindgroeves, van cultuur-historische waarde, ontwaren wij in het landschap. Ook treffen we langs de oevers van de Geul nog diverse werkende molens aan. In het mooie Geuldal ziet men prachtige kastelen, mooie landhuizen en bijzondere kloosters.

Een voorbeeld is het hierboven afgebeelde kasteel Schaloen. Dit kasteel is in de 12eeeuw uit mergel opgetrokken. Stroomafwaarts komen wij achtereenvolgens bij ‘kasteel Oost’, ‘kasteel Geulzicht’, en het kloosterlandgoed Houthem Sint Gerlach. Dit landgoed heeft een mooi gerestaureerde baroktuin, een kleinschalige rozentuin en een boerenkruidentuin. Het natuurontwikkelingsgebied Ingendael ligt er vlak bij. Nog verder stroomafwaarts komen wij bij ‘kasteel Vaeshartelt’. De daarbij liggende ‘tuinen van Maastricht’ worden ook door leerlingen van de Hotelschool gebruikt om maaltijden te verrijken.

Startpunten

Bijvoorbeeld:
1. Park & Ride, Hoekerweg, Maastricht Noord.
2. Buitenplaats Vaeshartelt, Weert 9, 6222 PG Maastricht.
3. Chateau St. Gerlach, Joseph Corneli Allee 1, 6301 KK Valkenburg aan de Geul
4. Kasteel Schaloen, Oud Valkenburg 1, 6305 AA Schin op Geul

Nationaal Park De Groote Peel

In het natuurgebied “De Peelen” beleeft u het indrukwekkende moerasgebied, het verleden en de bio diverse natuur die zich daaruit ontwikkeld heeft.

De menselijke invloed van dit paradijs voor natuurliefhebbers gaat terug tot de turfstekers die het veen vanaf de 13eeeuw hebben afgegraven en verkocht als “het goud van de Peel”. In dit door rust gekenmerkte landschap van water, heidevelden en zandruggen met berken en open vlakten heeft de natuur zich ongestoord kunnen ontwikkelen.

Tijdens onze excursies  willen wij aandacht besteden aan het mysterieuze landschap met zijn dieren en planten. Er komen honderden soorten broed- en trekvogels voor zoals trompetterende kraanvogels, blauwborst en geelgors. Ook is het gebied rijk aan insecten, amfibieën en reptielen en komen er wel 25 soorten zoogdieren voor.
Dan zijn er bijvoorbeeld ook nog het veenmos, dat 20 maal zijn gewicht aan water kan dragen, het pijpenstrootje, de zonnedauw, de lavendelheide en het wollegras.

De fantasie van mensen (mogelijk waren dat de elfjes) komt terug in verhalen, het kommervolle harde werken, vondsten (vuursteen, Romeinse helm) en de nieuwerwetse recepten in kookboeken.

Laat u alleen niet te veel afleiden door deze belevingen en zorg ervoor dat u waterdichte wandelschoenen hebt, het veen heeft al veel mensenlevens gekost en blijft gevaarlijk.

In dit 15 kmnatuurgebied kunt u ook zelf gaan wandelen over veenpuisten en knuppelbruggen. Dat kan bijvoorbeeld vanaf het bezoekerscentrum langs de met paaltjes gemarkeerde wandelroutes.

Startpunt:

Buitencentrum De Pelen, Moostdijk 15, Ospel.

Ga hier naar de website  van Nationaal Park De Groote Peel