Kaldenbroek

Een verlande Maasarm, een kasteelboerderij, een paar beken en een watermolen bepalen voor een groot deel het landschap van Kaldenbroek, een natuurgebied tussen de maasdorpen Lottum en Grubbenvorst.

 

Maasarmen zijn overblijfselen uit de tijd dat de Maas nog geen vaste bedding had en vlechtend door laaggelegen gebieden vloeide. Het 114 ha grote Kaldenbroek is zo’n gebied met een verlande Maasarm. Deze oude watergang is nog steeds verantwoordelijk voor een plaatselijk natte bodem.

Opvallend zijn de Houthuizer Molen en de fundamenten van een kasteel met de overblijfselen van een dubbele gracht. Behouden zijn de monumentale kasteelboerderij Kaldenbroek en een zogenaamde schans waar de dorpelingen zich in tijden van strijd veilig konden verschansen.

Op de natte stukken komen vochtige graslanden voor. Daar groeien planten als grote ratelaar, beekpunge, klein glidkruid, moerasrolklaver, egelboterbloem, echte koekoeksbloem, gevlekte orchis en waternavel.
Op natte, voedselrijke plaatsen staan elzenbroekbossen. Hier komen planten als dotterbloemen, gele lis, moeraswalstro, holpijp, elzenzegge en slangenwortel voor. Op de natte, armere plaatsen groeien berkenbroekbossen met een onder begroeiing van veenmos en zeggen.
Op de hoge-, droge gronden aan de westzijde groeien naaldbossen en de meer natuurlijke eiken-berkenbossen. In de ondergroei staan bochtige smele, struikheide en bosbes. De Houthuizerheide en het Sint Jan Sleutelbergbos zijn beide voorbeelden van gevarieerde kleine bosgebieden.

 

In het kleinschalige landschap Kaldenbroek stromen de Molenbeek en de Siebersbeek die voor een deel worden gevoed met ijzerhoudend kwelwater. Hierin groeien planten als waterviolier, duizendknoopfonteinkruid en klimopwaterranonkel. In de beekdalen komen adderwortel, beemdkroon en knoopkruid voor. Langs de beken groeien struwelen van wilgen, bramen en meidoorns. Het vormt een uitstekend leefgebied voor vogels. Het zachte gefluit van de goudvink en de krassende zang van de grasmus kan er regelmatig gehoord worden.

Startpunt:

Kerk, Dorpstraat 14, 5971 BZ te Grubbenvorst

 

 

Groote Heide

Vliegveld is bij velen het eerste woord dat bij hun opkomt bij natuurgebied De Groote Heide in Venlo. Dit komt door het Duits militair vliegveld dat er in de 2e wereldoorlog lag en het huidige zweefvliegveld. Toch gaat de  geschiedenis van dit gebied veel verder terug.

Miljoenen jaren geleden hebben de rivieren hier grind en klei afgezet. Door bewegingen van de aardkorst en het uitslijten van bodemlagen door de rivier is er een landschap met grote hoogteverschillen ontstaan.
Het huidige landschap is volledig gevormd door activiteiten van de mens. Het begon lang geleden met het kappen van de natuurlijke bossen. Daarna werden er heidevelden afgeplagd en begraasd. Na die periode werden gronden bebost of in gebruik genomen voor agrarische doeleinden. Tijdens de 2e wereldoorlog lag er een militair vliegveld en tot 1995 was het een militair oefenterrein. Voor de aanleg van het vliegveld is er kalkrijke grond aangevoerd. Op de plaats van de vroegere landingsbanen is voedselarm zand achter gebleven. Als deze ingrepen hebben sporen achter gelaten waardoor het nu een 260 ha groot gebied is met heel veel afwisseling. Je komt er naast elkaar heidevelden, grasland, loofbos, naaldbos en akkers tegen. De soortenrijkdom is gigantisch. Dat geldt  voor planten, mossen, insecten, paddenstoelen, reptielen en vogels. Opvallend is de zeldzame rode dopheide.
Het gebied grenst aan een uitgestrekt en afwisselend natuurgebied [Krickenbecker Seen] in Duitsland.

Startplaatsen

1. Parkeerplaats Louisenburgweg 32, Venlo
2. Infocentrum Groote Heide, Hinsbeckerweg 55, Venlo

Loobeekdal

Water en modder: stiekem houden we er allemaal van. Water in een landschap staat altijd garant voor een gevarieerd landschap met een rijke flora en fauna. Ten zuiden van het Venrayse dorp Merselo is het de meanderende loobeek, met zijn beekdal, die voor een rijk natuurgebied zorgt.

De Loobeek ontspringt in het Peeldorp Ysselsteyn en komt uiteindelijk via het afleidingskanaal en de molenbeek bij Boxmeer in de Maas. Van oorsprong was de hoofdfunctie ontwatering van landbouwgronden. Na herinrichting van het gebied is deze functie veranderd in die van waterberging en nieuwe natuur. Door het omleiden van Peelwater en maatregelen tegen riool overstort is de waterkwaliteit de laatste jaren sterk verbeterd. In het Loobeekdal komt ruimte voor de aanleg van een boerenschans en een watermolen (volmolen). 

Ten zuiden van Merselo kun je spreken over een kleinschalig landschap. Het is hier heerlijk stil. In het beekdal komen we elzen- en wilgenbossen tegen. Een merkwaardigheid in het gebied is een tienstammige els. Op drogere delen groeien berken- en naaldbossen. Je treft er bloemrijke vochtige graslanden aan die begraasd worden door rundvee.
Vooral bij nat weer zijn de wandelpaden in het beekdal moeilijk begaanbaar. Stevig schoeisel is beslist nodig.

Startplaatsen

  1. Bruggetje over de Loobeek 5804 BJ Venray
    (tussen Weversven en Haag)
  2. Dorpje Smakt, 5817 AD Smakt 

Boschhuizerbergen

Bergen en duinen in Noord Limburg staan voor stuifduinen in een vlakke omgeving. Het voedselarme stuifzand is er in de laatste ijstijd naar toe gewaaid en op een gegeven  moment vastgehouden door de begroeiing. De open vlaktes in dit gebied, met zijn armzalige, soms grillige, begroeiing, kunnen er, vooral bij ruig weer, spookachtig uitzien.

Boschhuizen is een 60 hectaren groot stuifduinengebied bij ten noordoosten van Venray tussen de spoorlijn Venlo-Nijmegen en Landgoed Geijsteren. Het is genoemd naar het buurtschap ‘de Boschhuizen’.

De droge schrale zandgrond is ongeschikt voor akkerbouw. Om die reden liet men er in het verleden schapen grazen. Zo ontstonden er heidevelden met jeneverbesstruiken. Door intensieve begrazing van de heide verdween plaatselijk de begroeiing. Hierdoor ontstond er een stuifzandgebied met flinke hoogteverschillen. Die hoogteverschillen zijn nog steeds zichtbaar in het veelal begroeide landschap.
Van het heidelandschap zijn nog restanten over. Men beweert dat dit het grootste jeneverbesstruweel van Zuid-Nederland is. De zandverstuivingen zijn grotendeels aangeplant met dennen. Vroeger werden deze bomen geoogst voor het ondersteunen van mijnschachten. Door het sluiten van de mijnen zijn de bomen blijven staan en zijn de dennenplantages dominant geworden in het gebied. Her en der is men bezig met het vervangen van deze dennenbossen door natuurlijkere bostypes als het eiken berkenbos.
Aan de noordoostzijde zijn, in een laaggelegen zone, enkele met sloten doorsneden, moerassige weilanden en broekbossen aanwezig. Deze maken deel uit van een oude Maasmeander.
In de dertiger jaren wilde men het stuifduinengebied ontgingen en bebossen. Het redden van dit unieke landschap was één van de aanleidingen voor de oprichting van Stichting het Limburgs Landschap.

Startplaatsen:

parkeerterrein aan de Maasheseweg, bij de afslag naar Smakt

Duits Lijntje

De wandeling voert door een cultuurlandschap met twee gezichten. Enerzijds de oude spoordijk met een besloten karakter en schilderachtige doorkijkjes. Dit voormalige tracé van het Duits Lijntje doorsnijdt bij Oeffelt een agrarisch landschap dat met zijn zachte glooiingen en kleinschaligheid geborgenheid herbergt en getuigt van een eeuwenoude traditie. Anderzijds is er de openheid van de Kleine Vilt bij Beugen: een mooi, waterig en vogelrijk natuurgebied.

Dit landschap vormt een karakteristiek onderdeel van de noordelijke Maasvallei. Het toont de vertrouwde landschapspatronen, ademt haar historie en verhaalt van de aardkundige geschiedenis.
De rode draad door onze wandeling wordt gevormd door twee ecologische verbindingszones of EVZ (schakels tussen natuurgebieden, waarlangs dieren en planten zich kunnen verplaatsen). Een natte EVZ langs de Oeffeltse Raam koppelt de natuurgebieden aan elkaar van Overloon in het zuiden tot Oeffelt in het noorden. Het Duits Lijntje fungeert als droge EVZ, de groene schakel tussen de natuurgebieden De Vilt in het westen en de Maasheggen in het oosten.

We kijken niet alleen naar de natuur, maar ook naar het landschap. Hoe kijken we? Daarvoor gebruiken we verschillende ‘brillen’. Met elke bril zien we iets anders. Wat zien we als we bijvoorbeeld door de bril van de historicus naar dit landschap kijken? Welke samenhang ontdekken we tussen vroegere tijden en de landschapselementen van nu? Wat vertelt het reliëf ons over de ontstaansgeschiedenis van het landschap gezien door de bril van de geoloog? Wat zien we als we de bril van de ecoloog opzetten? Wat zeggen dan de plantensoorten over de bodem waarop ze groeien? De gids helpt ons met verschillende brillen naar het landschap te kijken, zodat we het steeds anders beleven en waarderen en we er nog meer van genieten!

Startplaatsen:

1 De Vilt, 5835 Beugen, tussen Beugen en Oeffelt
2 Portaal Beugenseweg, 5441 AE Oeffelt.
   Handig vertrek- en eindpunt met voldoende parkeergelegenheid
In overleg kan een andere plek worden gekozen.

 

Groeningse Bergen en De Maasheggen

We steken de Limburgse grens over naar het Brabantse Boxmeer. Hier komen we in het plaatsje Groeningen waar ze beweren dat ze het oudste  landschap van Nederland hebben. De vorming ervan moet een  wisselwerking zijn geweest tussen natuur en mens. Niemand van ons was er bij toen dit maaslandschap met zijn meidoornhagen ontstond. Wel weten we dat zo’n 10.000 jaar geleden jagers/verzamelaars door dit gebied trokken en hun sporen hebben achter gelaten.

Ten oosten van Groeningen, tussen het dorp en de Maas, ligt het natuurgebied “De Maasheggen”. Het is een afwisselend gebied met landschapselementen als kleinschalige weilanden, akkerbouw, stroomruggen, oude maasarmen, maasuiterwaarden met de maasheggen, rivierduinen, bebossing en zandverstuivingen.
We bevinden ons hier op een rivierkleigebied. De aanwezige stuifduinen, Virtumse- en Groeningse bergjes genoemd, vormen hierop een uitzondering. Dit is zand, hetgeen aan de begroeiing zichtbaar is.
Maasheggen zijn tot hagen gevlochten meidoorn- en sleedoornstruiken die tot voor de tweede wereldoorlog dienden als perceelafscheiding en veekering. Door de opkomst van prikkeldraad en schrikdraad zijn ze verdwenen. In dit uiterwaardengebied gebied worden ze in stand gehouden.
Het gevarieerde landschap en het verschil in bodemtypes en bodemgebruik zorgen voor een rijke en afwisselende flora en fauna. De stekelige Maasheggen zijn uitstekende broedplaatsen voor vogels.

Startplaats:
Maasstraat in Groeningen doorrijden tot aan de bosrand

Mariapeel, Deurnese Peel en Grauwveen

Als je de taal van Limburgers en Brabanders vergelijkt dan is duidelijk dat deze bevolkingsgroepen in vroegere jaren van elkaar gescheiden waren. Er was een ondoordringbare natuurlijke grens: Moerasgebied De Peel.
Van dit ooit 30.000 ha grote hoogveengebied lukt het ons nu nog met moeite om 4500 ha als natuurreservaat te beheren.

Het 1400 ha grote peelgebied bij Helenaveen, Griensveen, IJsselstein en Deurne wordt aangeduid met Mariapeel, Deurnese Peel en soms als extra indeling het Grauwveen. (Het betrekkelijk kleine Peelrestantje het Grauwveen ligt ten noorden van de spoorlijn Helmond-Venlo).

Het meeste veen is verdwenen door turfwinning. Eerst kleinschalig door boeren, later fabrieksmatig door familie van de Griendt en de gemeente Deurne. De kleinschalige turfwinning is nog terug te zien aan de boerenkuilen langs Peelbanen. Dit zijn de wegen om turf per kar af te voeren. Familie van de Griendt en de gemeente Deurne hebben hun turf afgevoerd via kanalen (wijken). Ook deze zijn nog duidelijk zichtbaar in het landschap.

Door deskundig beheer is op diverse plaatsen de hoogveenvorming weer op gang gekomen. Dat vraagt veel beheerswerk. Het gebied moet nat blijven zonder dat er voedselrijk water binnen dringt. Daarnaast is het noodzakelijk om wildopslag van m.n. berken tegen te gaan. Dit doet men voor een deel met begrazers en voor een deel met machines.

Het huidige landschap kenmerkt zich door een rijke afwisseling van onder andere droge- en vochtige heideterreinen, moerasachtige gedeelten, open- en gesloten bossen, veenputten, wijken, vennen en open water.
Het gebied is rijk aan vogels en insecten. Pijpenstrootje en Heide zijn de meest dominerende plantensoorten.

Startplaatsen
Kamp Mariaveen, 5977 Evertsoord, Nederland

Mariapeel in Professors op stap

Heesbeemden: Stroomgebied van de Blakterbeek

Een vuilnisbeld is niet de ideale plaats om te verblijven. Anders is het als deze zich onder de grond bevindt en zo een heuvel in het landschap vormt. Als de voet van de heuvel vervolgens ook nog verandert in een moerasje heb je een schitterend natuurgebied. Dit is in de jaren 70 van de vorige eeuw gebeurd in “De Blakt”, het stroomgebied van de Blakterbeek.

De Heesbeemden, in de volksmond “de Bengd” genoemd, bevindt zich in het stroomgebied van de Blakterbeek bij de dorpen Kronenberg en Sevenum. De bovenloop van de Blakterbeek bestaat uit twee waterlopen: de Schorfvenloop en de Driefkuilenloop. Deze komen ten noordoosten van Kronenberg samen in de Blakterbeek die ten noorden van Sevenum uitmondt in de Groote Molenbeek die op haar beurt in Wanssum in de Maas uit komt. Sinds 2017 is het weer een meanderende beek.

De gebied bestaat voornamelijk uit nat broekbos en kleine, door koeien en paarden, begraasde weilandjes. Hier komen planten als Grote egelskop, Waterkers en Moerasvergeet-mij-nietje voor.
Er komen zo’n 60 verschillende soorten broedvogels voor Voorbeelden zijn  Havik, Sperwer, Koekoek, Nachtegaal, Spotvogel Buizerd, Zwarte, Grote bonte en Groene specht Boomvalk en Bosuil. In de poelen tref je diverse amfibieën aan. Het hele gebied is rijk aan insecten.

Startplaatsen
1 Blokhut Aan ’t Pedje, Het Vongdere 1, 5975 BZ Sevenum
2 Horsterweg 66, 5975 NB Sevenum, 

Schuitwater

In Noord Limburg (NL) liggen meerdere Maasmeanders, waarin bij hoge waterstanden het water niet meer met de Maas mee stroomt. Eén van die meanders is het Schuitwater, genoemd naar het met schuiten afgevoerde laagveen. Het water is deels dichtgegroeid en met knuppelpaden toegankelijk gemaakt. Met de landduinen aan de westkant vormt dit een zeer afwisselend natuurgebied dat varieert van nat tot kurkdroog en van matig voedselrijk tot voedselarm.

Ten gevolge van de afwisseling van koudere en warmere periodes én het feit dat de Maas zich steeds verder insneed in de bodem zijn de zogenaamde Maasterrassen ontstaan. Bij Tienray bevindt zich het Hoog terras. De Maasmeanders liggen op het Midden terras. Het gebied tussen de Maas en de weg van Lottum naar Broekhuizen vormt het Laagterras.

In het open water van de Maasmeanders vindt ook nu nog volop verlanding en veenvorming plaats.
In de randen van de stroomgeulen vormen zich drijftillen. Deze bestaan uit een groot aantal drijvende wortelstokken waarop zich andere planten vestigen. Langs de stroomgeulen zien we elzenbroekbos.
Het hoger gelegen gebied (de Swolgender Heide) is bedekt met een laag dekzand van 1 tot 10 m dik.

 

Rond 1900 is een laan van moeraseiken aangeplant in opdracht van de familie Berger. Deze laan leidt naar een buiten dat nooit is gerealiseerd. Die familie kocht het kasteel Broekhuizen in 1889 inclusief landerijen en een stuk van het huidige Schuitwater. Een nazaat was lang burgemeester van Venlo.
Een gebied van voormalige akkertjes is omgevormd tot voedselarme, schrale graslandjes: de zogenaamde Pastoorswei. Deze is van een afrastering met prikkeldraad voorzien. Daarin zou een pastoor met zijn toog zijn blijven hangen en flink wat stampei hebben gemaakt. Oppassen dus!

Naast de al langer voorkomende das, zijn er bevers uitgezet. De variatie aan vogels en insecten is groot. Zo kun je de buizerd, meerdere soorten spechten, meerdere soorten mezen en boomklevers horen en soms zien.

Startpunten:

1 Theetuin de Roode Vennen, Horsteerweg 20, 5872 CD Broekhuizen
2 parkeerplaats aan de Horsterweg.

Jeugdactiviteiten De Maasduinen

Heb je wel eens van Witte Wieven, Smokkelaars, Dryaden  of Pixies gehoord? Of van het Smokkelpad bij Jagersrust direct aan de Duitse grens. In de schemering zwerven smokkelaars over de boswegen en roepen uilen in de nacht. Via het pad passeer je wiebelbruggetjes, stapstenen en klimtouwen tussen de bomen. Als je stil bent hoor je de bomen fluisteren en zie je dieren spelen.

 

De Maasduinen bieden unieke ervaringen. Het natuurbelevings pad maakt kinderen op een speelse wijze via infoborden vertrouwd met de natuur en geeft een beeld van de manier waarop er vroeger langs de grens werd gesmokkeld. Mogelijk is ook een meerdaagse natuurbeleving in de stuifduinen, uitgestrekte heidevelden, meertjes, vennen of prachtige bossen. Je kunt in de Maasduinen wandelen, fietsen of per fluisterboot over de Maas varen.

In het zuidelijk deel bij Lomm liggen de Ravenvennen met de Witte berg en het libellen reservaat waar op zomerse dagen de Witte Wieven nog zweven boven de vennen. Het is het domein van de heidekikker, kamsalamander en zeldzame boomkikker. Met een klein beetje geluk kunnen de kinderen in het Wilgendorp, omringd door een insectenoase, samen genieten van de Pixies – huiselfjes – die wonen in het wilgendorp. Zij rijden graag op de Paarden in de wei en Prikken je net zolang tot je plat ligt van het lachen. Ze lusten graag pannenkoek en priklimonade.

Nog zuidelijker ligt het Zwart water. De knoflookpad en alpenwatersalamander komen hier voor. In de herfst is het bosgebied uniek vanwege zijn diversiteit aan paddenstoelen. De bomen worden bewoond door Dryaden. Ze spelen graag verstoppertje met je tussen de berken, beuken en eiken.  

Startpunten:

1  Jachthut Op den Hamer, Twistedenerweg 2, 5856 CK Wellerlooi
2 de uitkijktoren Straelens broek, Hanikerweg 73    5943 NA    Lomm
3 de Voort Bongveldweg, 5943 Lomm (voor de fluisterboot),
4 het Pannenkoekhuis Jagersrust Straelseweg 35, 5941 NJ Velden
5 het Zwart Water Markt 15    5941 GA    Velden
6 Brouwerij Hertog Jan Kruisweg 44, 5944 EN Arcen