Het Elfenmeer, de Vossenkop, dolende Witte Wieven, een moord, sprookjesachtige vijvers, smokkelpaden, een mijn die niet doorging, glooiingen, een roemruchte spoorlijn, adders, verrast kijkende reeën en voorbijschietende herten. Dit is Nationaal Park de Meinweg in een paar pakkende thema’s.
De Meinweg, een gebied dat eeuwenlang gemeenschappelijk nut had voor de bewoners van zo’n vijftien omliggende dorpen. De naam Meinweg is afgeleid van “gemein” wat in het oud-Nederlands zoiets als gemeenschappelijk betekende. Het ging daarbij bijvoorbeeld om het sprokkelen van hout of het laten grazen van vee. Maar ook een gebied waar je je ’s nachts beter niet kon vertonen. Optrekkende nevels lieten mensen verdwalen. Of waar smokkelaars en hun tegenpolen, de commiezen, onverwacht je pad konden kruisen. Dat ging er vaak niet zacht aan toe. En al die geheimzinnige geluiden: in de verte roepende bosuilen, de opschrikkende reeën of de wilde zwijnen die je ’s nachts als donkere schimmen weg ziet schieten.
Overdag is De Meinweg een heerlijk gebied om te vertoeven. De prachtige glooiingen, de onderaan de steilranden van de geologische storingen gelegen vennen zoals de Rolvennen en het Elfenmeer. Beproef je geluk eens door in de lente ’s morgens, bij een al verwarmend zonnetje de zandpaden af te zoeken en adders te zien. Of misschien wel de niet giftige gladde slang op jacht naar hagedissen. Geniet van de vele vogels zoals de in de top van een boom zingende geelgors of een roodborsttapuit.
Het Nationale Park is een bijzonder rijk gebied aan soorten insecten, reptielen, amfibieën, vogels en zoogdieren. Landschappelijk is het een uniek gebied voor Nederland omdat de hoogteverschillen gevormd zijn door aardbreuken. De Peelrandbreuk is daarvan de meest bekende. De dalen van de Roode Beek (zuiden) en de Bosbeek (noorden) hebben een specifieke begroeiing.